Jouw taal is de mijne niet
Ik ben noch een artiest of kunstenaar en toch mag ik schrijven. Niet van u. Mijn stem is één die verzwegen word. Ik spreek uw taal, maar u wilt mij niet verstaan. De klanken van de woorden zijn hetzelfde, maar de betekenis is anders. Soms lijken we op twee verschillende planeten te leven. Zwart betekent voor jou de nacht, terwijl wit onderdrukking betekent voor mij. Treed in mijn planeet, dan zul je mij leren te verstaan. Zal je zien dat wij dezelfde planeet delen, niet ik, maar jij de indringer bent.
De wereld waarin wij leven, heb jij gecategoriseerd. Categorieën waar jij van kan profiteren, categorieën die in de natuur niet voorkomen, desalniettemin heb je de natuur als argument gebruikt. Ik ben een vrouw volgens jou. Mijn borsten verklappen dat voor jou, ondanks dat ze elke dag gevangen zitten onder een lap. Al loop ik, eet ik, scheer ik en gedraag ik mij net als jou, voor jou ben ik een vrouw. Dat ene dingetje, maakt jou een man. Dat is wat jij de wereld vertelt.
De man gecreëerd door God, uit het niets, slechts door water en lucht op aarde. Jij ziet de natuur als piramide, terwijl de piramides gebouwd zijn door de mens. Die jij de man noemt. Oppermachtig. Genadeloos. Emotieloos. Baas. Vechter. Heerser. Jij staat boven alles en iedereen, dat is wat jij de wereld vertelt.
Wat jij de natuur noemt, noem ik cultuur. Tradities die zich eeuwenlang hebben geïnstitutionaliseerd. Eeuwenlange vervormingen die jij als evolutie ziet. Vooruitgang. Waardevol. En al het andere, wat niet aan jou standaard voldeed, was primitief. Savages. Barbaars. Terwijl jij nog in een platte aarde geloofde, hadden wij de pi ontdekt. Wij lazen de verhalen van de sterren. En lieten ons inspireren door de natuur. Dwarrelden als nomaden door de woestijn, met ons paarden en kamelen. Waar de vrouwen de bakermat van ons stam behoorden. Zij baarden jou, maar jij geloofde dat zij uit jouw rib kwamen. Dat is wat jij de wereld vertelt.
Industrie van de man. Gezin als de bakermat van de samenleving. De wereld zowel horizontaal als verticaal ingedeeld. In beide assen ben jij de baas. Jij bepaalt wie eet, wie sterft. Grote schepen die de wereld rondgingen om slaven te drijven. Miljoenen mensen zijn ontheemd, vermoord en stammen zijn uitgestorven. Jij bepaalt wie een waarde heeft en wie niet. Zowel in theorie, als in de praktijk. Waarden die jij uit de natuur hebt gehaald. Dat is wat jij de wereld vertelt.
Grote Empires, gebouwd door de handen van slaven. Dood en verjaag. Vallen en opstaan. Van slaven tot heksenjachten. Kruistochten, maar liefst 19, in de naam van God. Maar wij waren de barbaren. Grote arena’s gecreëerd, keer op keer, met dood en vertier. Maar wij waren de barbaren. Jij raakte zelf het mes niet aan, doch stierven er miljoenen in jouw naam. Terrorisme heet het nu. Dat is wat jij de wereld vertelt.
Gladiatoren evolueerden in pakken van Gucci en Armani. Het is slechts de hoes die geëvolueerd is, vertier en dood is nog steeds het thema van de dag. Alleen is het niet meer alleen de mens die nu onder leid, maar ook de planeet. De natuur waarschuwt ons keer op keer. Wij noemen het Katrina. In en om de aarde vormen gaten, de energie vloeit weg, maar jij gaat door met bouwen, innen, stelen, bommen en granaten. De regel van de sterkste, dat is wat jij de wereld vertelt.
Jij zoekt de liefde ergens anders, terwijl de aarde niet lang meer heeft. Woestijnen spreiden zich sneller dan virussen. Terwijl we de ene virus niet onder controle hebben, komen nieuwe vrij uit smeltend ijs uit het noorden. Jij denkt dat je onverwoestbaar bent, maar Covid-19 liet jou zien, dat jij niet meer bent dan een insect, onderin de piramide. Jij bent niet meer degene die het verhaal gaat vertellen. Maar wij, de tweezieldragende nomaden. Dat is wat ik de wereld ga vertellen.
Een gesprek:
Fabian: Wat zijn de uitdagingen in deze periode voor jou?
Sorab: Voor mij is het de sociale isolatie, geen fysiek contact. Naar evenementen gaan, met elkaar afspreken, bij elkaar thuis eten. Maar ook gewoon als je elkaar ziet een knuffel geven. Dat continue fysiek contact is in één keer weggevallen. Ik moet zeggen dat ik het in het begin nog niet zo heel erg vond. Ik dacht even rust, even geen evenementen, even geen drama. Maar op een gegeven moment hakt het er wel in. Ook de angst om ziek te worden. De angst voor de paniek die er toen heerste in Nederland. Hoe de winkels werden leeggeroofd. Ik schrok daar echt van. Ik kom uit een oorlogsgebied. Ik heb periodes in Rusland gezeten waar een vette economische crisis aanwezig was en daar waren de schappen leeg. Maar nooit gingen mensen zo met elkaar om. Iedereen stond netjes in de rij te wachten. Het leger werd ingezet om ons voedsel te geven en er was totaal geen paniek. Ik weet nog dat ik als klein kind moest wachten op eieren en meel. Nou ik dacht dit kan niet in Nederland. Totdat ik zelf de straat op ging. Dat was wel echt beangstigend. Ik vond het heel eng dat een virus de menselijkheid compleet wegrukt. En dat het pure dierlijke instinct naar voren kwam. Een gebrek aan solidariteit en individualisme werd heel zichtbaar. Als ik naar de winkel ging was ik gewoon best wel angstig om wat ik in mijn mandje had. Als ik iets pakte dan zorgde ik dat er nog één of twee in hetzelfde schap stonden, zodat ik niet zou worden beroofd. Dat heeft natuurlijk ook met trauma's en dat soort dingen te maken. Eerst dacht ik, oh gelukkig anderhalve meter afstand, dat betekent ook dat mensen minder geneigd zijn om fysiek aan te vallen. Maar ja, toen zag ik dat de mensen elkaar gingen bespugen. Toen dacht ik kut, toch een manier gevonden. [lacht] Dat vond ik heel eng. Er is veel queerfobie, transfobie en mensen raken in de war en weten niet wat je dan bent. Voor sommige mensen is dat kennelijk triggering genoeg om je een klap in je gezicht te geven of te spugen. Dus dat was wel echt heel even eng. Op een gegeven moment groei je daar overheen en ik ben naar buiten gegaan om over die angsten heen te komen. Wat ik ook heel erg treurig vond en waar ik erg verdrietig van werd, is de verschillen in de klassensamenleving die heel zichtbaar werden. De mensen die geprivilegieerd zijn en niet geprivilegieerd zijn werd door corona zichtbaar voor iedereen. Dat ik van vrienden hoorde: ‘Ik kan geen boodschappen doen. Ik heb mijn uitkering net binnen. Alles is te duur.’ Dus ik begon op een gegeven moment geld te sturen. Maar ik ging zelf ook minder werken, dus een derde van mijn loon viel in één keer weg. Dus mijn capaciteiten om anderen te steunen werden ook minder. Dan krijg je een schuldgevoel en voel je je kut. Toen ben ik extra boodschappen gaan doen. Dan kan ik in ieder geval extra eten geven. Ja, lastig vond ik dat. Daarvoor was het ook wel zichtbaar, maar dit was echt bedroevend
Fabian: Soort van uitvergroot door een vergrootglas. Heeft schrijven nog een rol gespeeld in deze periode?
Sorab: Ja, ik ben meer gaan schrijven omdat je natuurlijk heel erg isoleert en er geen uitlaatklep is. Ik ging eerst nog fitnessen en dat hield ook op. En toen dacht ik ja, hoe gaan we nu onszelf uiten? Nadat de paniek voorbij was kwamen mensen weer tot bezinning en toen zag ik in één keer de creatie van mensen terug. Toen zag ik ook hoe creatief mensen werden met weinig middelen. Kunst werd gratis aangeboden. Mensen gingen in één keer gratis deejayen op Facebook waar ze normaal gesproken 350 euro voor twee uur zouden vragen. Dat was wel cool om te zien. Ik deelde door kleine stukjes schrijven ook mijn eigen proces, mijn identiteit, m'n trauma’s in deze crisis, dingen die mij hebben geholpen. In de hoop dat andere mensen daar misschien ook wat aan hebben.
Fabian: Heb je een soort van visie van de wereld na deze pandemie?
Sorab: Ik hoopte dat die regels wat langer duurden, waardoor mensen langer de tijd hadden om te realiseren wat er aan de hand is. Je hebt natuurlijk tijd nodig om je aan te passen aan een bepaalde omgeving en dan ook te voelen hoe fijn dat alternatief eigenlijk is. En het is jammer dat Nederland dingen zo snel versoepelt, waardoor die periode dat mensen denken ‘hee zo kan het ook’ opgeheven wordt. Ik ben bang dat we in Nederland binnen een mum van tijd weer in het oude systeem zitten. Het gebeurt al, terrassen mogen open, het dagelijks leven moet doorgaan in de anderhalve meter samenleving. Ik hoopte dat meer mensen zouden realiseren dat we de openbare ruimte op een andere manier kunnen gaan gebruiken. Normaal is het in Nederland muisstil in de avond. De openbare ruimte wordt gewoon niet gebruikt, terwijl je dat in zuidelijke landen veel meer ziet. Dat heeft niet zozeer alleen maar met het klimaat te maken, maar ook echt met buiten cultuur. En nu door corona spreken mensen buiten af, staan buren buiten met elkaar te praten, terwijl er daarvoor bijvoorbeeld heel weinig interactie was. Ik hoop eigenlijk dat er na deze crisis veel meer solidariteit zou zijn, ook internationale solidariteit. Dat veel mensen zouden gaan realiseren dat dit systeem niet werkt. Dat er gewoon veel minder gebruik werd gemaakt van openbaar vervoer en auto's. Dat de aarde eindelijk kan ademhalen, en dat we ons netwerk niet per se hoeven uit te breiden van stad naar stad of van land naar land. Maar gewoon de mensen om ons heen. We zoeken altijd dingen in de verte. Maar ik denk dat als mensen doorhebben wie er in je buurt wonen, dat je je beste vrienden ook in je eigen buurt kan zoeken en dat die niet per se ergens anders hoeven te zijn.